Veel nieuwe puppy-eigenaars zijn overweldigd door de ontelbare voedingskeuzes die er zijn. Kip of rundvlees? Volkoren of geen? De vragen vermenigvuldigen zich met elke extra klik van uw laptop of stap die u zet in het gangpad van de dierenwinkel.

Een van de meest gestelde vragen betreft de verschillen tussen hondenvoer voor volwassen honden en dat voor opgroeiende puppy’s. Veel nieuwe eigenaars vragen zich af of ze echt voer voor puppy’s moeten kopen, of dat ze zich kunnen behelpen met het standaardvoer voor volwassenen.

Het eenvoudige antwoord? Je moet puppyvoer geven aan puppies en volwassen voer aan volwassen honden. Ze zijn beide ontworpen met verschillende doelen voor ogen.

Er is zeker niets giftigs aan voer voor volwassen honden, en uw puppy zal niet ziek worden van het eten van een bakje brokjes of het stelen van hapjes uit de schaal van zijn grote broer (afgezien eventueel van wat lichte spijsverteringsstoornissen). Langdurige schade kan echter het gevolg zijn van een vast dieet van hondenvoer voor volwassenen.

Volwassen hondenvoer is veel anders samengesteld dan puppyvoer, en deze verschillen zijn belangrijk voor de gezondheid van uw huisdier op de lange termijn.

Verschillen tussen puppy’s en volwassen honden

De hele reden dat puppy’s en volwassenen verschillende voedingsbehoeften hebben, is dat zij belangrijke biologische verschillen hebben. Ze werken verschillend, dus hebben ze verschillende soorten brandstof nodig.

Door hun geringe grootte hebben puppy’s bijvoorbeeld een hogere oppervlakte-volumeverhouding dan volwassen honden. Dit betekent dat ze hun lichaamswarmte sneller verliezen dan volwassen honden. Puppy’s moeten harder werken om hun lichaamstemperatuur op peil te houden dan grotere, volwassen honden (hoewel dit ook geldt voor kleine rassen tegenover grote rassen). Dit is ook de reden waarom puppies en kleine rassen dol zijn op verwarmde hondenbedden.

“Harder werken” betekent in wezen meer calorieën verbranden in hun interne ovens, ter compensatie van de lichaamswarmte die zij voortdurend uitstralen in de omgeving. Dit betekent dat puppy’s meer calorieën per pond lichaamsgewicht nodig hebben dan niet-zwangere, niet zogende volwassenen.

Bovendien groeien puppy’s snel; honden maken het grootste deel van hun groei door in de eerste twee of drie levensjaren. Deze groei vereist andere middelen dan gewoon leven. In het bijzonder betekent het dat puppy’s meer aminozuren nodig hebben – de bouwstenen van eiwitten, en dus van weefsels – dan volwassenen.

Verschillen tussen Puppyvoeding en Volwassen hondenvoeding

Zoals te verwachten, komen de verschillen tussen de biologie van puppy’s en die van volwassenen tot uiting in verschillende voedingsbehoeften.

Het is misschien niet verrassend dat puppy’s en zogende moeders relatief dezelfde voedingsbehoeften hebben. Dit heeft de Association of American Feed Control Officials (AAFCO) – de belangrijkste regelgevende instantie voor hondenvoer – ertoe gebracht twee verschillende categorieën voor voer te ontwikkelen: “onderhoud voor volwassenen” versus “groei en voortplanting.” We zullen ze kortweg adult en puppy noemen – weet alleen dat puppy hondenvoer ook goed is voor zogende honden.

Het grootste verschil tussen puppyvoer (groei- en voortplantingsrecepten) en volwassen voer (onderhoudsvoer) heeft te maken met eiwitten. Puppyvoer moet 22,5% van zijn calorieën uit eiwitbronnen halen, terwijl volwassen voer slechts 18% van zijn calorieën uit eiwitbronnen moet halen.

Volwassenen kunnen het hogere eiwitgehalte van puppyvoer zeker verdragen, maar het kan leiden tot gewichtstoename, vanwege de grotere hoeveelheid eiwitcalorieën.

Puppy’s zullen echter vaak ontwikkelingsstoornissen vertonen als zij volwassen voer krijgen en niet de eiwitten krijgen die zij nodig hebben.

Onthoud: “proteïne” verwijst eigenlijk naar een soep van verschillende aminozuren. Omdat niet alle aminozuren gelijk zijn, beveelt de AAFCO verschillende aminozuursamenstellingen aan voor hondenvoer voor volwassen honden en puppy’s.

Enkele van de sterkste contrasten van aminozuursamenstellingen zijn:

• Argine
• Histidine
• Isoleucine
• Leucine
• Fenylalanine
• Ohenylalaline-tyrosine
• Thereorine

De AAFCO vereist bijna 2x de hoeveelheid van elk van deze aminozuren in puppyvoer dan in voer voor volwassen honden. Dat komt omdat deze aminozuren intrinsiek zijn aan het groeiproces.

De AAFCO schrijft ook voor dat puppyvoeding iets meer vet moet bevatten dan voeding voor volwassenen. Volgens de richtsnoeren hoeft volwassen voedsel slechts 5,5% van zijn calorieën uit vet te halen, terwijl puppyvoer 8,5% van zijn calorieën uit vet moet halen. Dit is in de eerste plaats om ervoor te zorgen dat puppyvoeding “energiedicht” is.

Vetten bevatten meer calorieën per pond dan eiwitten of koolhydraten, zodat puppyvoeding boordevol energie zit om hun inwendige vuren te stoken. Onderhoudsformuleringen voor volwassenen daarentegen zijn magerder, bevatten minder vet en dus minder calorieën in elke hap.

Ook het mineralengehalte van puppyvoer verschilt van dat van voer voor volwassen honden. Volgens de AAFCO-richtlijnen moet bijvoorbeeld puppyvoeding 1% calcium bevatten, terwijl voeding voor volwassenen slechts 0,6% calcium hoeft te bevatten. Evenzo moet puppyvoer 0,8% fosfor bevatten, terwijl de meeste voeders voor volwassen honden slechts 0,5% fosfor bevatten.

Hoe zit het met voedingsmiddelen voor “alle levensfasen?” Zijn ze veilig voor puppy’s?

Naast voedingsmiddelen die zijn geëtiketteerd als geschikt voor “groei en voortplanting” of “onderhoud van volwassen dieren”, kunt u ook voedingsmiddelen tegenkomen met een etiket waarop staat dat ze geschikt zijn voor “alle levensfasen”.

Deze voeders zijn geschikt voor de meeste gezonde honden (ze zijn misschien niet goed voor sommige oudere honden), dus kunt u ze gerust aan uw puppy geven.

Deze voeders zijn bedoeld om te voldoen aan de eisen voor “groei en voortplanting” en “onderhoud van de volwassen dieren”. Maar omdat de voedingsbehoeften van puppyvoer groter zijn dan die van typische voeding voor volwassenen, betekent dit dat het in wezen om puppyvoer gaat.

Omdat ze een hoger eiwit- en vetgehalte hebben dan veel voeders voor volwassen honden, zult u het lichaamsgewicht van volwassen honden die dergelijke recepten krijgen, in de gaten moeten houden. Maar zolang je hondje mooi en slank blijft, zijn ze ook prima voor volwassenen.

Overgang van uw puppy naar volwassen hondenvoer

Naarmate uw puppy ouder wordt, zal het verschil in haar voedingsbehoeften veranderen. Ze heeft minder voedingsstoffen nodig voor de groei, maar meer voor het onderhoud. Als gevolg daarvan moet u haar op volwassen voer overschakelen als ze deze veranderingen voltooit.

Wanneer over te stappen op volwassen voeding

Overleg met uw dierenarts wat het beste moment is om over te stappen van puppyvoer op groot-meisjesvoer, maar de meeste honden zijn klaar om van voer te veranderen tussen de 18 en 24 maanden oud. De precieze leeftijd waarop uw “puppy” een “hond” wordt, varieert van individu tot individu, maar de meeste kleine rassen worden op relatief jonge leeftijd volwassen, terwijl de meeste reuzenrassen 2 jaar of meer nodig hebben om volledig volwassen te worden.

Voer de verandering geleidelijk door

Ongeacht de leeftijd van uw pup op het moment van de overgang naar ander voedsel, is het belangrijk om de overgang geleidelijk te laten verlopen.

Begin met het mengen van een beetje volwassen hondenvoer door het typische puppyvoer van uw pup. Ongeveer 10% – 20% is van het nieuwe voedsel is ideaal. Als uw pup dat goed verdraagt (vertaling: geen darmstoornissen), kunt u de hoeveelheid nieuw voer de volgende dag verdubbelen. Probeer altijd de darmklachten tot een minimum te beperken, en wees niet bang om de overgang te vertragen indien nodig.

Het duurt meestal ongeveer een week voor de volledige overgang van 100% puppyvoeding naar 100% volwassen voeding.

Waarop moet worden gelet in voeding voor honden (ongeacht leeftijd)

Hoewel puppy- en hondenvoer verschillen qua precieze voedingsbehoeften, zijn er een aantal kenmerken waar u op moet letten bij elke voeding die u uw dierbare gezinslid aanbiedt. Enkele van de belangrijkste eigenschappen van goede voedingsmiddelen zijn:

• Goede voedingsmiddelen hebben een eiwit als voornaamste eiwitbron. Honden en puppy’s van alle leeftijden worden het best ondersteund door een dieet op basis van vlees, dus zoek naar dingen als uitgebeende kip, eend, rundvlees, varkensvlees of zalm als eerste vermeld ingrediënt.
• Goede voedingsmiddelen bevatten geen onnodige additieven, zoals kleur- of smaakstoffen. Kunstmatige kleurstoffen en andere additieven voegen niets belangrijks toe aan de voeding van uw puppy, en kunnen voedselallergieën uitlokken. Gelukkig laten de meeste hoogwaardige puppyvoeders dit soort ingrediënten tegenwoordig weg uit hun recepten.
• De allerbeste levensmiddelen worden gemaakt in een land met strenge voedselveiligheidsprotocollen. Landen als de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en West-Europa hebben over het algemeen voldoende voorschriften om ervoor te zorgen dat het voer van uw puppy geen schadelijke ingrediënten bevat, terwijl in andere landen dergelijke voorschriften vaak ontbreken.
• Goede voedingsmiddelen kunnen bijproducten en vleesproducten omvatten, maar deze moeten specifiek worden aangeduid. Bijproducten en vleesmeel klinken de meeste mensen afschuwelijk in de oren, maar vaak zijn ze een levensvatbaar en perfect aanvaardbaar ingrediënt voor het voer van uw pup; maar ze moeten per soort worden geïdentificeerd, zodat u weet wat uw hond binnenkrijgt.

***

Zoals u ziet, is het belangrijk uw puppy voer te geven dat is afgestemd op zijn behoeften, maar u kunt uw hond ook een paar maaltijden volwassen hondenvoer geven als u in de problemen zit. Hoewel elk nieuw voedsel haar buikje van streek kan maken, zou een kleine hoeveelheid volwassen voedsel haar niet ziek moeten maken.

Hebt u het ooit nodig gevonden om uw puppy wat volwassen voedsel te geven? Hoe heeft ze het aangepakt? Laat ons weten wat uw ervaringen zijn in de commentaren hieronder.